In slechts vier procent van de gevallen ligt een kindje rond de 36 weken zwangerschap in een stuitligging. Bij een hoofdligging ligt het hoofdje van de baby in het bekken van de moeder.
Bij een stuitligging ligt het hoofdje van de baby boven in de buik en liggen de billen of voeten in het bekken van de moeder. Als je kindje in stuitligging ligt dan is het bij de Terra verloskundigen mogelijk je kindje te laten draaien. Dit draaien wordt ook uitwendige versie genoemd. Dit betekent dat de verloskundige van buitenaf via de buik het kindje van een stuitligging naar een hoofdligging draait.
Ben je zwanger van je eerste kindje en ligt je kindje in een stuitligging. Dan is de slagingskans 40 tot 50 %.
Ben je zwanger van je tweede of volgende kind in stuitligging dan is de slagingskans 50 tot 70%
De uitwendige versie vindt meestal rond 36 weken plaats en kan bij ons in de praktijk!
Meer informatie over uitwendige versie