De hielprik wordt afgenomen in de eerste week na de geboorte. Een medewerker van het consultatiebureau komt bij je thuis langs. Dit wordt automatisch in gang gezet zodra je baby is aangegeven bij de gemeente.
Er worden een aantal druppels bloed middels een prik in de hiel afgenomen bij je baby. Je moet hiervoor toestemming geven. Het laboratorium onderzoekt het bloed op een aantal ernstige, zeldzame aangeboren ziekten. Deze zijn meestal niet te genezen, maar wel te behandelen. Bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Als een ziekte snel na de geboorte wordt ontdekt, kan de behandeling ook snel beginnen. Dit kan ernstige schade aan de lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling van je baby voorkomen.
Totaal zijn dit 18 verschillende aandoeningen, zoals een aandoening van de schildklier, een aandoening van de bijnier, een bloedziekte (sikkelcelziekte), taalslijmziekten en een aantal stofwisselingsziekten.
Hier vind je meer informatie over de hielprik.
Gehoortest
De gehoortest, ook wel gehoorscreening, wordt meestal samen met de hielprik gedaan. In sommige gevallen wordt de gehoortest enkele weken later bij je baby gedaan. Met deze test wordt gemeten of je baby goed genoeg hoort om te leren praten. Ook hier geldt: hoe eerder dit gedaan wordt, hoe sneller de behandeling kan beginnen.
Hier vind je meer informatie over de gehoortest.